Maak zelf betere foto’s. Met de professionele tips van Rodney Photography

Fotograferen is een vak. Om de perfecte foto te maken moet alles kloppen. Iedere professionele fotograaf neemt de tijd om de voorbereidingen voor een fotoshoot tot in de puntjes uit te voeren. Maar fotograferen is vooral ook heel leuk. Ook als je geen vakfotograaf bent. Om jou, als amateurfotograaf te helpen gaat Rodney Photography je helpen. Met uitleg, tips en vraag en antwoord over veel verschillende onderdelen om jouw perfecte foto te kunnen maken.  

We gaan in de komende edities aan de slag met lenskeuze, kleurbalans, de werking van een spiegelreflexcamera, nachtfotografie en nog een scala aan andere belangrijke onderwerpen voor de amateurfotograaf. 

In dit eerste deel trappen we af met de ‘Belichting’: 

Het juist instellen van de belichting is één van de belangrijkste onderdelen bij het maken van een goede foto. Waarom? Lichtinval zorgt voor de juiste kleuren, sfeer en scherpte in je foto’s. Daarom is het extra belangrijk dat je weet hoe je de belichting van jouw fototoestel op de juiste manier instelt.

Belangrijke onderdelen bij het instellen van de belichting zijn:

  • Matrix, spot en gewogen spot ‘lichtmeting’
  • Diafragma
  • Sluitertijd
  • ISO

Ik leg graag uit wat ik met deze onderdelen bedoel. Om een goede foto te maken, moet er voldoende licht op de beeldsensor terechtkomen. Komt er te weinig licht op de sensor, dan is de foto te donker of onderbelicht; komt er te veel licht op de sensor, dan is de foto te licht of overbelicht.

De camera moet dus heel precies kunnen regelen hoeveel licht er op de beeldsensor komt. Die hoeveelheid licht hangt af van drie veranderbare instellingen: het diafragma, de sluitertijd en de lichtgevoeligheid (ISO). Maar eerst de begrippen Matrix, spot en gewogen spot ‘lichtmeting’.

Matrix, spot en gewogen spot ‘lichtmeting

Op jouw camera (kijk maar door de zoeker) heb je in de ‘manual’ verschillende mogelijkheden om belichting te meten. De lichtmeetmethode bepaal je uiteraard zelf. De benamingen voor de verschillende lichtmetingen en de bijbehorende icoontjes kunnen per cameramerk verschillen.

Matrixmeting

De meeste camera’s staan hier standaard op ingesteld omdat dat over het algemeen goede resultaten geeft. Jouw camera berekend voor de belichting een gemiddelde uit de meting van verschillende gebieden, die verspreid zijn over het volledige beeld dat je door de zoeker ziet.

Spotmeting

Met spotmeting wordt er een heel klein gedeelte (ca. 3% van het kader) in het midden van de zoeker als basis voor de meting gebruikt. Dit is een hele specifieke lichtmeting. Spotmeting is bijvoorbeeld handig bij opnames met veel contrast, of veel verschil tussen donkere en lichte partijen.

Gewogen spotmeting

De gewogen spotmeting berekend een gemiddelde uit de gebieden die verspreid zijn over het gehele beeld (de zoeker), maar het midden telt zwaarder mee. Het is een meting direct vanuit het centrum van de zoeker en een beperkte cirkel daaromheen. De gewogen spotmeting wordt ook wel ‘centrumgerichte meting’ genoemd en is een uitkomst bij het maken van foto’s in een omgeving met veel contrasten en met je onderwerp in het midden.

Diafragma

Het diafragma is een verstelbare opening in het objectief. Die opening kan groter en kleiner gemaakt worden. Hoe groter de opening, hoe meer licht er doorgelaten wordt. Het diafragma stel je in op je toestel en is afhankelijk van de situatie waarin je foto’s maakt. Is het donker zet je het diafragma verder open dan wanneer het lichter is. Kijk maar eens naar onderstaande afbeelding.

Sluitertijd

Met de sluitertijd bepaal je hoelang het duurt voordat het binnenvallende licht de beeldsensor bereikt. Voor de sensor zit een ‘sluiter’, een soort ‘gordijntje’ dat razendsnel opengaat wanneer je een foto maakt.

Hoe langer dat ‘gordijntje’ openblijft, hoe meer licht er op de sensor terechtkomt. Let daarbij wel op mogelijke bewegingsonscherpte in je foto’s. Want, hoe langer je sluitertijd staat hoe minder bewegelijk het te fotograferen object moet zijn.

Net als het diafragma vormt ook de sluitertijd een reeks (de zogenaamde stops), ditmaal uitgedrukt in (fracties van) seconden:

2 – 1 – 1/2 – 1/4 – 1/8 – 1/15 – 1/30 – 1/60 – 1/125- 1/250 – 1/500 – 1/1.000 – 1/2.000 – 1/4.000 – 1/8.000

ISO

Als laatste de lichtgevoeligheid (ISO). De ISO-waarde bepaalt hoeveel licht de sensor nodig heeft voor de juiste belichting. Hoe donkerder het is hoe hoger de ISO-waarde moet zijn om een goed belichte foto te krijgen. De gevoeligheid wordt ook uitgedrukt een reeks (wederom de zogenaamde stops). Deze reeks is met ISO-waarden:

100 – 200 – 400 – 800 – 1600 – 3200 – 6400 en verder ….

Maar let wel goed op. Bij het instellen van een hogere ISO-waarde levert dat meer ruis op in je foto (met name in de donkere partijen).

Stabiliteit

Stabiliteit in belichting is belangrijk. Dat geldt uiteraard ook voor de stabiliteit van jouw camera. Beide kun je bereiken door gebruik te maken van een statief. Ik zou je zeer willen adviseren om een statief te gebruiken als de setting daarom vraagt en toestaat. Bijvoorbeeld, je wilt in de avond een gebouw fotograferen. Gebruik dan zeker een statief.

Als laatste onderdeel van het onderwerp belichting wil ik je meegeven dat je met licht ook geweldig kunt ‘spelen’. ‘Accenten leggen met licht’ noem ik dat.  Kijk maar eens goed naar bijgevoegd foto.  Speel met het licht. In sommige gevallen zul je versteld staan van het resultaat.

Heel veel succes en plezier met het maken van jouw perfecte foto. Mocht je nog vragen hebben? Stel ze gerust via mijn LinkedIn-pagina (https://www.linkedin.com/company/rodney-photography1/?viewAsMember=true) of via het contactformulier op mijn website https://www.rodneyphotography.com/contact/

In de volgende editie ga ik het hebben over de juiste lenskeuze.

Met professionele fotografische groet, 

Rodney Kersten