‘Ronald Kersten, fotograaf van analoog naar digitaal’

Rodney Photography werd onder de naam Foto Bell in 1947 opgericht door zijn opa Ger Kersten. 77 Jaar historie levert mooie en aangrijpende verhalen op. In de serie ‘de historie van een Amersfoortse fotograaf’ nemen we jullie mee naar het verleden van een bijzonder fotobedrijf uit Amersfoort. Deze editie:

‘Ronald Kersten, fotograaf van analoog naar digitaal’

We genieten van een lekkere kop koffie. Samen met Rodney gaan we in gesprek met Ronald Kersten. Zoon van Ger Kersten en vader van Rodney. Een fotovakman in hart en nieren. Bijna 80 jaar, maar nog steeds iedere week met zijn vertrouwde Nikon op pad om foto’s te maken. Meestal foto’s voor het Algemeen Dagblad. Ronald kan het beroep, zijn roeping en datgene waar hij echt geen genoeg van kan krijgen niet loslaten: Fotograferen! Zijn lust en zijn leven.

Terwijl Ronald een slok neemt van zijn cappuccino vragen we hoe hij als opgroeiende jongen de fotozaak en fotografie werkzaamheden van zijn vader heeft ervaren. 

‘Fotografie is er met de paplepel ingegoten’ begint Ronald. ‘Terwijl ik eigenlijk als jochie fijn-machine-bankwerker wilde worden. Dat vond mijn vader eigenlijk niet zo leuk’ glimlacht hij, ‘Ik heb vervolgens de fotografie avondschool gedaan in Apeldoorn, en ben zo de zaak ingerold. De zaak die ik vervolgens in 1972 weer van mijn vader overgenomen heb door zijn hartproblemen’.

Al op jonge leeftijd was Ronald met een camera in zijn hand te vinden. ‘Ik was geloof ik een jaar of tien. Toen zat ik al met een Leica in mijn hand op sportpark Birkhoven om foto’s te maken. Op mijn achttiende dat weet ik nog goed kwam ik echt in de zaak en maakte ik mijn eerste bruidsreportage’.

We kunnen dus best stellen dat Ronald op jonge leeftijd al zeer betrokken was bij de zaak en bij de werkzaamheden van zijn vader. ‘Ondertussen mag ik dus zeggen dat ik ruim 60 jaar in het vak zit’ vertelt een trotse fotograaf die nog steeds iedere dag geniet van het mooiste vak van de wereld.

‘De basis van het fotografievak heb ik echt van mijn vader geleerd’ zegt Ronald. ‘Ik heb veel aan het vakmanschap van mijn vader gehad. Vooral het werk in de donkere kamer. Het ontwikkelen deden we voor de persfoto’s die we zelf maakte maar natuurlijk ook voor de fotorolletjes die klanten bij ons brachten. We stonden dan echt in het pikkedonker te werken. De films werden eerst allemaal ‘tegengerold’ en vervolgens over mijn armen gehangen. Daar stond ik dan met mijn armen vol films’ lacht Ronald. ‘Ontzettend veel geleerd in die tijd’.

‘Mijn vader was een geweldige fotograaf’ geeft Ronald overtuigend aan op onze vraag hoe hij de kwaliteiten van zijn vader beoordeelt. ‘Niets is meer te vergelijken met hoe alles nu gaat, maar mijn vader was een hele goede fotograaf. Wat mij betreft beter dan andere fotografen in Amersfoort’ lacht hij.

We blikken samen terug op het artikel over de start van Foto Bell. Ger Kersten startte met foto’s maken vlak na WOII. ‘De oorlog was eigenlijk nooit onderwerp van gesprek bij ons thuis. Mijn vader zat in het verzet’ benadrukt Ronald ‘en verzetsmensen praten niet over wat er in de oorlog is gebeurd. Ik vind dat heel vervelend. Het enige dat ik echt weet is die overval in 1944 op het distributiekantoor waar mijn vader aan deelgenomen heeft en bij gewond is geraakt. Meer weet ik eigenlijk niet. Ik ben nog wel steeds aan het zoeken, maar het is lastig om informatie boven water te krijgen’.

Terug naar 1972. Hoe zagen de fotografie werkzaamheden van Ronald eruit nadat hij de zaak had overgenomen? Ronald vertelt: ‘Ik heb vanaf het begin, samen met mijn vrouw Bep alle werkzaamheden overgenomen. De fotowinkel aan de Noordewierweg, reportage werkzaamheden, portretten, pasfoto’s en het perswerk voor de lokale kranten. Leuk om te vertellen’ lacht Ronald, ‘wij hadden een bushalte voor de deur van de winkel. Die bushalte heette ‘halte Foto Bell’. Als er bezoekers bij ons moesten zijn was het altijd ‘Pak maar lijn 1 of 2 en uitstappen bij halte Foto Bell’ dan zit je altijd goed. Wij waren in heel Amersfoort het enige bedrijf met een eigen bushalte. Prachtig!’

‘Toen Bep en ik de zaak gingen runnen was de verhouding al snel dat Bep de winkel deed, en ik alle werkzaamheden buiten de deur. Ik maakte in die tijd veel foto’s voor de Amersfoortse Courant. Ik was eigenlijk bijna dag in dag uit ‘de hort op’ glimlacht onze fotograaf. ‘Een geweldige tijd’.

‘Tot 1998 heb ik gewerkt met analoge fotocamera’s. Toen heb ik mijn eerste digitale camera gekocht. Eigenlijk in eerste instantie voor mijn werk voor de kabelkrant. Daar had ik die digitale camera voor nodig. Het was een enorme grijze bak, een Canon! Later moest ik voor mijn werkzaamheden voor de Amersfoortse Krant ook digitaal gaan aanleveren. Wij waren daar als bedrijf eerder klaar voor dan de krant. Dat was echt vreemd. Bij de krant stond alles digitaal nog in de kinderschoenen, en wij waren al een tijdje digitaal bezig. Niet veel later ben ik overgestapt naar de digitale camera van Nikon’.

‘Maar’, zo vragen wij aan Ronald, ‘hoe ging die overgang dan van analoog naar digitaal? Heb je daar lang aan moeten wennen’? ‘Ik vind dat digitaal echt makkelijker is’ zegt Ronald. ‘Vroeger, ging je na een voetbalwedstrijd naar de zaak en dacht ik een wereldplaat gemaakt te hebben. Vervolgens ging ik ontwikkelen en was die plaat het toch net niet! En dat is toch echt het voordeel van de digitale camera. Je kunt onmiddellijk controleren of de gemaakte foto goed is of niet. Je kunt ook veel sneller werken. Ik deed vaak meerdere wedstrijden op een middag. Dat lukt nooit met mijn analoge camera’.

‘Digitale fotografie biedt in mijn optiek veel meer mogelijkheden dan analoge fotografie deed. Daar zal misschien niet iedereen het mee eens zijn, maar ik vind van wel. Ik kan met digitale foto’s ook hetzelfde als met de analoge fotografie van vroeger, en meer. Digitale fotografie biedt bijvoorbeeld in de nabewerking veel meer mogelijkheden’.

Een donkere kamer is er uiteraard niet meer. Maar de bewerking van de digitale foto’s doet Ronald nog wel helemaal zelf. ‘Klopt helemaal’ bevestigt Ronald. ‘De geheugenkaart gaat in de card-reader en op mijn scherm komt een digitaal contactvel tevoorschijn. Daar ga ik dan mee aan de slag. Net als vroeger, maar niet meer in het donker en niet meer boven die bakken met chemicaliën’ lacht hij. ‘Hoewel ik dat werk en de geur in de echte doka soms wel mis …’

We richten samen de blik op de toekomst van Rodney Photography. Hoe kijkt Ronald naar de kwaliteiten van Rodney als professioneel fotograaf? ‘Ik vind Rodney een hele goeie fotograaf. Mensen zullen dan zeggen, ja jij hebt een roze bril op, maar hij is echt goed. Rodney heeft oog voor het juiste moment. Heel belangrijk als fotograaf. Hij zal nooit zomaar klakkeloos een foto maken. Hij leeft zich in in zijn opdrachten. En dat zie je duidelijk terug in de kwaliteit van het werk dat hij levert’.

‘Hij werkt voor best behoorlijke bedrijven, en dat is niet voor niets. Daar kun je alleen voor blijven werken als je kwaliteit levert’. Tips vanuit zijn rijke verleden voor Rodney heeft Ronald eigenlijk niet. ‘Rodney is al zo’n vakman, die kan ik echt niets meer leren. Ik kan er alleen maar voor hem zijn als hij mij nodig heeft. En dat blijf ik dus ook doen, want als ik Rodney help, kan ik nog lang doen wat ik echt het allerleukste vind: foto’s maken’!